donderdag 25 september 2008

Beschrijving van de reis naar Edo (huidige Tokyo)

Den 25e september anno 2008; Warm en broeierig weer; Alvorens over te gaan tot de orde van alledag in Nagasaki zal ik ik eerst een beschrijving geven van de reis naar Tokyo. Op 24 september was het dan eindelijk zover, bepakt en bezakt ging ik met mijn mede Nagasaki-gangers naar schipol om ons te verschepen naar Japan. Mijn reisgenoten waren: Rolf, Sander Matthias, Lena en Glynis.

Vanwege de vele vervelende regels waaraan de omvang en het gewicht van de bagage moet voldoen zag ik het inchecken met angst en beven te gemoet. Vooral omdat de regels voor mijn vlucht van Amsterdam naar Tokyo en van Tokyo naar Nagasaki verschillen. De douane op schiphol waren zonder moeite gepasseerd, maar op Heathrow, alwaar wij moesten overstappen, ontstond het eerste probleem. Ik had op schiphol een naar eigen mening klein flesje jenever mee genomen als souvenier voor een Japanse vriend hier in Tokyo. Eenmaal aangeland op Heathrow bleek bij de douane daar dat ik deze fles drank alleen mocht meenemen als ik mijn handbagage ook zou inchecken, maar vanwege de breekbare spullen die hier inzaten heb ik toen noodgedwongen moeten besluiten om de fles drank dan maar in beslag te laten nemen. Dit grapje heeft me ongeveer 5 euro gekost, vervelend maar de schade valt nog mee.

Eenmaal aan boord van de vlucht die ons in 12 uur van Londen naar Tokyo zou brengen waren de ontberingen nog niet voorbij. We begonnen al met een uur vertraging. Rolf Lena en ik hadden stoelen gereserveerd met een niet geringe mate aan beenruimte, doch dit bracht echter ook met zich mee dat wij onze bagage niet kwijt konden onder de stoel voor ons. We moesten onze laptops en andere tassen allemaal in het bagagedepartement boven onze hoofden zien te dumpen die natuurlijk al stampvol zaten. Ze dezen zelfs moeilijk over mijn jas die op de grond lag, als of die bij het opstijgen zich onmiddelijk rond mijn nek zou wikkelen met een hevig ademnood tot gevolg hebbende. Maar goed regels zijn regels, hoe belachelijk ze vaak ook zijn. Eenmaal in de lucht konden we onze spullen weer tevoorschijn halen en voor ons deponeren. De stewardessen leken echter onze rij (Rolf, Lena en mij) vrij sterk te negeren bij het uitdelen van het gratis eten en drinken, verstrekt door de luchtvaartmaatschappij British Airways.

Uiteindelijk kregen wij wel het voedsel waar wij recht op hadden, doch het ophalen van het hierdoor veroorzaakte vuilnis liet uitgerekend bij ons erg lang op zich wachten terwijl alle rijen achter ons al lang geholpen waren. Het eten was overgigens best te doen. Niet alleen werden wij genegeerd bij het verschaffen van voedsel, een tweetal stewardessen liet het niet na om ons ook in de andere kleine dingen dwars te zitten. Zo had Lena op Heathrow een fles Baileys gekocht en `s avonds kreeg zij te horen dat zij deze alcoholishe consumptie niet gemachtigd was te nuttigen. Daarbij kwam nog dat wij de babytafel die voor ons in de wand zat hadden opengeklapt en als extra tafel in gebruik hadden genomen aangezien men ons afval maar niet kwam ophalen terwijl dat wel netjes gedaan werd bij de andere rijen. Bij tijd en wijle lieten wij ook even onze voeten (zonder schoenen) hier op rusten omdat hoewel wij extra beenruimte hadden dezelve toch volkomen ontoereikend was, vooral gezien Rolf zijn lengte. Plotseling kwam een van de stewardessen langs en klapte de tafel met nog wat vuil erop dicht en zei tegen ons dat dit een baby tafel was en geen opslagplaats. Er waren bij ons in de wijde omtrek geen babies te bekenen, ja achterin zat een vrouw met een jong kind maar die had niks met ons van doen aangezien haar plaats wellicht voorzien was van een andere faciliteit.

Ik dacht dat op die hoogte met de nodige druk twee wijntjes me wel vlot in slaap zouden brengen, zodat ik op deze manier een jetlag zou kunnen voorkomen. Dit had helaas niet het gewenste effect en met hoofdpijn besloot ik toen maar een film te gaan kijken. De film was echter nog niet 5 minuten bezig of mijn aandacht werd getrokken door een bootje ver beneden mij waarop ik toevallig mijn oog had laten vallen. Ik probeerde me te concentreren op de film maar het schouwspel dat zich beneden mij ontvouwde trok eiste steeds meer van mijn aandacht op. Tenslotte heb ik de filkm helemaal uitgezet en heb ik ongeveer 3 uur lang de wereld onder mij bestudeerd. Onder deze studie vielen Denemarken, Zweden en een gedeelte van Finland. De indeling van deze landen was bijzonder om te zien. slechts kleine geconcentreerde groepen huizen in Denemarken, vooral aan de kust maar met kavels die net zo netjes waren ingedeeld als in Nederland. In Zweden lag de bewoonde wereld nog meer gespreid, met toch wel een eiland in the middle of nowhere dat volgebouwd was met huizen maar een zeer slechte verbinding had met het vaste land. Even later waren ook de bergen van Zweden en Finland een waar schouwspel.

Na vele uren en vele ontberingen later arriveerden we in den middag eindelijk op luchthaven Narita, te Tokyo waar wij verwachten dat Milan en Martijn ons zouden afhalen. Helaas hadden zij hun aansluiting gemist en was het aan ons zelf om de weg naar het hostel te vinden. Gelukkig wist Rolf haarfijn uitteleggen welke route we het beste konden nemen. Zo vertrokken wij dus met de trein richting de wijk Asakusa waar ons hostel zich bevindt. Ook dit was een lange rit aangezien Tokyo ongeveer even groot is als de provincie Utrecht. Eenmaal onderweg leek het wel alsof we beland waren eind jaren 70 ~ midden jaren 80. Alles deed zeer ouderwets aan en even waande ik mij ongeveer 20 jaar jonger. Niet alleen deed alles zeer ouderwets aan het kwam ook nogal bouwvallig over, helemaal niet zoals ze op TV laten zien. Wellicht komt dit omdat we nog niet alles van Tokyo gezien hebben. Ik hoop nog steeds dat we het Tokyo van onze verbeelding nog te zien krijgen. Vandaag hebben we dan ook niet veel meer gedaan dan ons hostel opzoeken (alwaar Milan en Martijn zich bij ons voegden en de vreugde compleet was), een tempel bezoeken en ons begeven richting Akihabara alwaar ik tegen zeerschappelijke prijzen een verbeterde wordtank, snoeren en een camera heb aangeschaft. Bij de volgende post volgen daarom wellicht foto`s van ons illustere gezelschap.

Na deze onderneming, waarin vooral Milan van onschatbare waarde bleek aangezien hij mij kon bij staan met zijn uitstekende Japans op momenten dat mijn Japans niet toereikend was om begrepen te worden door de verkopers, hebben wij het voor elkaar gekregen om voor maar liefst omtrent de 6~7 euro een volle maaltijd te nuttigen, waarna Martijn en ik ons zijn gaan kweten aan de taak om deze indachtige gebeurtenissen naar beste kunnen weer te geven ende mede te delen.